Gisteren las ik in de krant een bericht waar ik heel erg treurig van werd. Een Brugse jongen van vijftien voor wie het leven nog moet beginnen, sukkelt tijdens de fuif ‘Break the house down’ op een ongelukkige manier in het kanaal en sterft. We staan erbij en kijken ernaar. Er zijn geen woorden voor zoveel verdriet. Toch wou ik er een gedicht over schrijven, zodat ik Winok nooit meer vergeet.
WINOK
Het zag er zo mooi uit.
Het werk was getemd.
Het leven kon weer beginnen.
Het kronkelde als een slang
rond je benen. Het fluisterde
als een adder zijn gif in je hals.
Het viel halsoverkop met jou
in het water. Alles was plots
veel te zwaar en je zonk.
Zo glashelder werd je
vanbinnen, zo vol van het zingen
van het kanaal dat je zweeg.
Nu staan we genageld hier
aan de kade. Ons prevelen
praat je geen leven meer in.
Waar bleven we toen jij ging
zweven? Waar waren we toen
de nacht je voor altijd verdwaalde?
mmaerevoet6
december 23, 2013Lees dit als reactie van een oma
Wat weten we van het verdriet van hen die de jongen liefhebben?
Niets!
We vermoeden dat het in lengte, breedte, diepte, hoogte grenzeloos zal zijn.
Woorden zijn begrensd.
Alle dagen worden ergens kleinzonen vijftien.
Het is goed dat een dichter stil staat, vragen stelt.
Misschien komen er antwoorden.
Troosten kan niet.